Totaal aantal pageviews

vrijdag 26 april 2013

Pijn!



Klagen… Wanneer mag het en wanneer niet? Er zijn maar weinig mensen in m’n leven waar ik het tegen kan en tegelijkertijd het ook tegen wil. Waar ik gewoon die andere kant van mezelf even kan “vrij” laten. Ik kan koppig zijn, heel koppig. Misschien is dat “steenezel gedoe” wel een deel van mijn zelfbescherming. Ik ga het moeten afleren. Al is het maar de scherpe randjes er afvijlen, van mijn stomme koppige ik. Ik begin er mezelf aan te snijden en dat komt jammer genoegmijn gezondheid niet ten goede. Ik weet dat mijn pijngrens door de jaren heen serieus omhoog is gegaan, maar toch. Waarom probeer ik mezelf toch steeds verder te pushen? Het antwoord verschuilt zich misschien ook wel in mijn koppigheid. Ik wil me niet aanstellen of ik houd mezelf gewoon voor dat ik niet flauw moet doen omdat er altijd nog wel iemand is die er slechter aan toe is dan ikzelf.


Begin deze week kreeg ik last van mijn rechterschouder, een zeurende pijn die ik niet gewoon was met pijnscheuten naar mijn elleboog  en soms tot in mijn vingers. Resultaat een paar keer naar de dokter, ik kon de pijn gewoon even niet dragen. Ik vond het zelf een beetje vreemd omdat ik weet dat ik wel wat kan hebben. Het ging om geknelde zenuwen, Thoracic outlet syndroom waarschijnlijk ten gevolge van de EDS. Het enige middeltje: pijnstilling en kiné.


Vanmiddag kwam ik binnen bij de ouders van Dirk,hij wachtte er op mij. Mijn gezicht stond op onweer blijkbaar want Dirk vroeg me wat er was omdat ik zo een gezicht trok. Niks, ik heb gewoon pijn was mijn antwoord en ik stond recht. Toen ik recht stond riep hij zijn ouders om even naar mij te komen kijken. Het was heel vreemd, mijn linkerschouder en rechterschouder stonden niet op gelijke hoogte… Je hoeft het niet te geloven maar er was zo een verschil van ongeveer 10 centimeter. Ik had ook het gevoel dat iemand een baksteen op mijn schouder had gelegd. Mijn arm voelde zwaar en loom aan. Ik lachte het weg met “het komt door de pijn” “t is allemaal zo erg niet”. Dirk’s vader nam me mee tot voor de spiegel en nam er een meetlat bij. Ik zou er wel naar laten kijken want toen ik mijn hand bestudeerde had die ook al een vreemde kleur en ze was ook wat opgezwollen. Ik belde de dokter en kreeg een afspraak. Het enige wat ik wou was dat ik met zo min mogelijk pijn het weekend doorkwam en maandag konden we wel verder zien. Dirk en ook zijn ouders waren van mening dat ik ook langs de osteopaat moest gaan. Mijn steenezel kant nam op die moment de bovenhand, ik vond het niet nodig en werd boos op Dirk. Stom van me, ik weet het.


Na een pittige discussie vertrokken we toch richting osteopaat, zonder afspraak want tijdens zijn consultatie beantwoordt hij geen telefoontjes.  45 minuten rijden, vol duiveltjespraat van mezelf waarmee ik Dirk sterk op de proef stelde. Shame on me!! Toen we er aankwamen kwam de osteopaat naar de wachtkamer eigenlijk om te zeggen dat hij er echt niemand tussen kon nemen tot hij mijn schouders zag. Hij kwam aan mijn schouder om te voelen en de tranen kwamen in mijn ogen. Hij zei dat hij dadelijk tijd zou maken. Het was een serieuze subluxatie en hij ging zijn best doen om het terug te krijgen maar hij kon niets beloven. Hij wenste me nog sterkte voor straks. Huh? Sterkte? Waarom? Dus die klik klakjes die ik zo vaak hoor en voel op een dag zijn geen echte subluxen? Blijkbaar niet echt… Het zijn gewoon “dingetjes” die terug hun plaats vinden. Tja…


Tien minuten later was het mijn beurt. Zijn woorden :” Ik begin er niet graag aan want dit gaat echt pijn doen”. Euhmmm, leuk, dat wisten we nu ook weer. Ik verzeker je, het aanraken van mijn sleutelbeen, schouderblad en mijn nek deed echt geen deugd (nu trouwens nog niet echt) en nu moest dat ding terug op z’n plaats. Hij vertelde er ook bij dat ik nog “geluk” had want mijn schouder zat nog maar een halve centimeter af van een volledige luxatie en dan was het ziekenhuis geweest. Ok, de marteling kon beginnen. En ik heb het geweten, auw auw auw … Ik heb gehuild met mijn één hand voor mijn gezicht, mijn andere arm ter zijne beschikking. Ik voelde me even een kleuter maar ik kon het niet stoppen. Het deed pijn en tegen deze pijn was geen enkel masker sterk genoeg. De schouder raakte terug op de plaats waar het thuishoorde. Hij voelde ook dat mijn rug helemaal niet goed zat dus dat er ook nog even bij. De ene wervel na de andere popte… Met een gezicht vol medelijden zei hij: Dit is geen behandeling maar een hele verhuis. Ik moest er om lachen, wat moet je anders. Ik zal nog wel even pijn hebben want aan de binnenkant heb ik me flink gekwetst daarom
ook dat ik toch nog langs de huisarts ben gegaan om nog een spuitje tegen de pijn en wat extra meds voor het weekend. Ik zal het kunnen gebruiken.


Deze week heb ik geleerd dat je blijkbaar je eigen pijn en ellende een beter wegcijfert als je een “voorbeeld functie” hebt. En ik moet toegeven dat het waar is, je verzwijgt het beter. Want hoe kan iemand die zoveel pijn heeft toch vrolijk zijn en “zoveel” dingen doen? Foto’s op facebook posten waar je niet aan merkt dat de pijn zo aanwezig is? Terwijl je wel aan pijn level 57 zit of zo… Het is een zwakte en sterkte tegelijkertijd. Zelfrelativering, psychische pijn management of zoiets…  Hier op mijn blog, mijn plekje is dat niet nodig… Zoals dat ook niet nodig is als ik bij Charissa ben of praat. Of bij mijn huisarts, ook een plek waar ik gewoon nog durf huilen, waar ik niet zo nodig de sterke Vicky moet zijn. Of thuis, waar ik een furie kan zijn en mag snauwen wanneer de pijn de kop op steekt. Die plekjes en personen waar alle maskers mogen afvallen heeft iedereen nodig.



Daarom ook nog even dit: Charissa, bedankt om deze week me gewoon te laten zagen en klagen. Me bij te staan gewoon zonder te sussen of te betuttelen. Om gisteren tijdens de vorming gewoon zonder dat ik het vroeg en jij zag dat ik veel pijn had, mijn hals en schouder los te masseren. “Laat ze maar kijken en trek je er niets van aan” zei je. Eigenlijk zou ik me niet eens willen voorstellen hoe het eruit moest zien zonder jou. Je hebt zo een plaats in mijn hart, dat zonder dat stuk mijn hart niet eens meer heel zou zijn. Ik vraag je wel steeds “mag ik ff zagen”, maar ik weet dat ik het ook gewoon mag. Omdat  jij weet welke pijn ik voel omdat je dezelfde beleefd en zoveel meer…

Het was mijn week niet… Maar ik besef nu ook dat het niet altijd zo nodig mijn week moet zijn…


Voor degene die dit lezen en vinden dat ik niet over mijn “ellende” hoef te schrijven en me een aansteller of een “overdrijver” vinden die verwijs ik graag door naar www.sprookjesbos.be
Daar vind je vast wel iets interessanter dan hier
 






 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten